Weetjes!

(Heb je weetjes waarvan je vindt dat een andere tuinder er ook zijn voordeel mee kan doen, geef ze door via het mailadres van de vereniging, zie contact)

 

  • Aardappelloof kun je beter niet zelf composteren, maar gooi het in de groene container.

Er kan immers een besmetting zijn met de aardappelziekte Phytophthera, die je zeker niet verder wilt verspreiden. Hetzelfde geldt overigens voor tomaten en paprika's. Zij zijn immers ook familie van de nachtschade die deze besmetting kunnen hebben/krijgen. 

 

  • Knolvoet kool.

Knolvoet is te herkennen aan onregelmatige zwellingen aan de wortels en het blad krijgt een loodachtige kleur. In een later stadium gaat de plant slap hangen. Knolvoet is chemisch niet te bestrijden. Ter voorkoming van besmetting moet een zeer ruime vruchtwisseling, ook wel wisselteelt genoemd, van 4 tot 7 jaar worden aangehouden. Ook kan op kleigrond knolvoet tegengegaan worden door de pH te verhogen, bijvoorbeeld door het toevoegen van kalk. De vroege teelten hebben minder last van knolvoet, omdat de grondtemperatuur dan nog relatief laag is. Knolvoet kan bij temperaturen tussen 10 en 35°C groeien, maar ontwikkelt zich pas goed bij een grondtemperatuur van boven 15°C. De optimale temperatuur voor knolvoet is tussen 20 en 25°C.

Verder houdt deze ziekte van een natte grond en een lage pH. Eenmaal besmette grond wordt nooit meer knolvoetvrij, omdat de rustsporen nooit hun kiemkracht verliezen. Bij aanwezigheid van knolvoet de wortelstam dus niet in de compostbak gooien i.v.m. verdere verspreiding.

 

  • Wisselteelt

Aardappelen kunnen last hebben van Phytophthera, kool van knolvoet en zo meer. De sporen, eitjes en poppen van deze boosdoeners kunnen overleven in de grond, maar meestal maar een beperkt aantal jaren. Dus door je gewassen elk jaar op een andere plaats te zetten en pas na bijvoorbeeld 3 of 4 jaar (of soms langer) weer op dezelfde plek maak je het erg moeilijk voor deze ziekteverwekkers en plaagdieren om te overleven.

    • Planten worden voor wisselteelt ingedeeld in 4 groepen:
      • kruisbloemigen: alle soorten kool, koolrabi, rammenas, raapstelen, paksoi, radijs, mosterdzaad
      • vlinderbloemigen: alle soorten bonen, peulen, erwten, kapucijners
      • nachtschaden: aardappels, paprika’s en tomaten
      • overigen: wortels, bietjes, knoflook, ui, prei, postelein, sla, andijvie, spinazie, mais, pastinaak, schorseneer, aardpeer, witlof, bleek- en knolselderie, courgettes en pompoenen.

Dat is gedaan omdat de planten in één zo'n groep vooral dezelfde plaagdieren hebben en dezelfde voedingsstoffen uit de grond halen. Dat geldt niet heel streng voor de groep “overigen”.

 

  • IJsheiligen is de naam voor een aantal katholieke heiligen, van wie de naamdagen vallen in de periode van 11 tot en met 15 mei. Dit geldt met name voor streken die onderhevig zijn aan vier jaargetijden. Volgens de volksweerkunde zijn dit de laatste dagen in het voorjaar waarop nog nachtvorst kan optreden. Veel planten die geen nachtvorst kunnen verdragen worden daarom pas ná deze periode geplant.

 

  • Sint-Margriet, 20 juli. 

Deze dag wordt beschouwd als de eerste dag van de hondsdagen en is vanouds belangrijk voor boeren en buitenlui. Naar verluidt is het weer op Sint-Margriet bepalend voor het weer op de daarop volgende weken.

Bekende weerspreuken zijn hieraan ontleend, zoals:

"Regen op St. Margriet, dan hebben we zes weken boerenverdriet"; of

"Met St. Margriet droog, 6 weken zon in 't oog".

  • De hondsdagen zijn de dagen van ongeveer 20 juli tot 20 augustus. De tijd van de hondsdagen is typisch de warmste tijd van het jaar. Tijdens de hondsdagen bederven eten en drinken daarom sneller dan in de rest van het jaar. Vroeger had men, omdat er nog geen koelkasten of diepvriezers waren, meer moeite om etenswaar goed te houden. Daarom is er in het Twents ook nog een gezegde: "Wat men tijdens de hondsdagen spaart voor de mond, is voor de kat of hond".

 

  • Maanstand en tuinieren

Wist je dat de maanstand van invloed is op de groei van gewassen? Logisch, want ook het (grond)water wordt door de maan beïnvloed.
Daarom doen bloem-, vrucht-, zaad-, blad- en bol/stengelgewassen het beter als je ze zaait of plant in de periode van wassende maan en wortel- en knolgewassen in de tijd van afnemende maan.

Maankalenders zijn online beschikbaar en er zijn zelfs app's voor je smartphone.